Klik op de titel van een workshop om meer te lezen.
Een activiteit die voor ieder mens dagelijks voor een aantal uur voorkomt, is slaap. Slaap heeft een groot effect op het dagelijks leven, weten we uit eerdere onderzoeken. Binnen de ergotherapie is er steeds meer aandacht voor slaap(problemen) en hoe dit wordt ervaren. We willen in de toekomst beter begrijpen wat er gebeurt wanneer slaap (en mogelijk ook de ervaring) is verstoord, om uiteindelijk passende(re) zorg te bieden.
Met een kwalitatief onderzoek is de beleving van slaap onder een groep van dertien volwassenen in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat slapen als een handeling kan worden beschouwd, waarbij onder andere gevoelens, gewoontes en routines een rol spelen. Deze studie draagt bij aan het begrip van slaap en kan worden gebruikt voor praktijk- of onderzoeksdoeleinden.
In deze workshop staan de resultaten van dit onderzoek centraal en wordt duidelijk dat slaap niet begint en eindigt met het sluiten van onze ogen
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Naar verwachting neemt het aantal nieuwe gevallen van borstkanker bij vrouwen in de periode 2018-2040 toe met 15%. In Nederland is 88,3% van de vrouwen vijf jaar na de diagnose nog in leven. Er zijn dus veel vrouwen die moeten revalideren/herstellen na borstkanker en weer moeten/willen kunnen meedraaien in de maatschappij.
Om cliënten te helpen naar tevredenheid te functioneren, moeten we breder gaan kijken naar leefstijl. Leefstijl is overkoepelend en heeft effect op hoe iemand functioneert en of hij/zij betekenisvolle activiteiten kan uitvoeren.
Maar wat heeft leefstijl met borstkanker te maken? Er zijn verschillende factoren van invloed; zo zorgt bijvoorbeeld een inactieve, zittende leefstijl samen met een hoge consumptie van alcoholische dranken voor een verhoogd risico op borstkanker bij vrouwen van alle leeftijden. En bij vrouwen die borstkanker hebben overleefd, ontstaan er door (psychologische) stress afwijkingen in het dagelijks cortisolritme en andere stoffen. Dit heeft een tegengestelde werking op de overleving.
Het is dus hoog tijd dat ergotherapeuten hiermee aan de slag gaan! In deze workshop krijg je inzicht in de rol van de leefstijl van een cliënt (met name bij borstkanker) bij diens herstel/dagelijks functioneren, en hoe de ergotherapeut leefstijlinterventies kan toepassen.
Een mens met dementie is afhankelijk van zijn omgeving. Een prettige fysieke omgeving verhoogt de kwaliteit van leven. In een ongunstige omgeving zie je meer ziekteverschijnselen, in een gunstige omgeving minder. Ziekteverschijnselen uiten zich in bepaald gedrag en worden beïnvloed door stress. Stress komt vaak vanuit de omgeving. Verander je de stressvolle omgeving in een mindere stressvolle, dan zie je ook het gedrag van een bewoner ten positieve veranderen.
De fysieke omgeving kan een positieve of negatieve invloed hebben op het welbevinden van bewoners. Zo kan iemand stress ervaren door het niet herkennen van de omgeving, en stimuleert een bepaalde opstelling van het meubilair juist sociale interactie.
Tijdens de workshop bespreken we hoe zaken zoals het gebouw, de inrichting en het materiaal- en kleurgebruik van invloed zijn op prikkelverwerking, waarnemingsstoornissen, neurologie en ergonomie. We laten zien hoe je ontwerpt en inricht vanuit het perspectief van de gebruiker. Je krijgt daardoor meer inzicht in de behoefte aan een omgeving die zo eenduidig, voorspelbaar en leesbaar mogelijk is.
In een onderzoek zijn ouders gevraagd om video’s te maken van hun kinderen die activiteiten uitvoerden, die hen belemmerden in het dagelijks leven. Deze video’s werden gescoord door ergotherapeuten op basis van het PRPP-Assessment. Hierbij bleek er een aantal uitdagingen en ‘valkuilen’ te liggen in de juiste taakselectie en scoring van videomateriaal voor een gestandaardiseerde uitvoering van het PRPP-Assessment. Met name bij laag-functionerende kinderen was de juiste taak selecteren en het gedrag van het kind scoren lastig.
In deze workshop staan een onderzoeker en kinderergotherapeut, die meegedaan hebben aan het onderzoek, stil bij de uitdagingen die ergotherapeuten hebben ervaren bij het scoren van de video’s. Ook wordt er gezamenlijk geoefend hoe deze uitdagingen te overkomen zijn. Als deelnemer krijg je kennis van en doe je ervaring op met de specifieke aandachtspunten bij het PRPP-Assessment bij kinderen. Hierbij wordt stilgestaan bij diverse niveaus van functioneren bij kinderen. Voor de workshop is het wenselijk dat er bij de deelnemers kennis over het PRPP-Assessment aanwezig is. Het is niet noodzakelijk om de cursus gevolgd te hebben.
Mobiliteit betekent zelfstandigheid. Zelfstandigheid om overal naar toe te gaan; naar je werk, bij vrienden op bezoek of op vakantie naar een nieuwe plek.
Mensen met een visuele beperking ervaren vaak problemen in de mobiliteit. Autorijden is vaak geen optie, maar ook bijvoorbeeld fietsen in het verkeer kan best spannend zijn. Voor de cliënt zelf, of voor zijn omgeving. Wanneer is het veilig om zelfstandig op pad te gaan met de fiets? Welke keuzes maak je hierin?
Klinisch fysicus Bart Melis-Dankers en onderzoeker Bart Jelijs toonden door onderzoek aan dat er veel mogelijk is als slechtziende fietser, zolang je de juiste compensatiestrategieën kiest. Ergotherapeuten Paulien Zuidervaart (Bartiméus) en Jolanda Kremer (Koninklijke Visio) hebben deze resultaten praktisch uitgewerkt aan de hand van het compensatiemodel van Michon.
In onze workshop leggen we uit wat de invloed van de visuele beperking is op de mobiliteit, en wat het gevolg hiervan is in het dagelijks leven. Aan de hand van het compensatiemodel gaan we gezamenlijk aan de slag met verschillende compensatiemogelijkheden en bespreken we hoe je die in de praktijk kunt toepassen. Ook bij cliënten met andere beperkingen. Compenseren kun je leren!