Fieneke Stehmann – Saris

In 1965 behaalde ik het diploma Arbeidstherapeut aan het Instituut Leffelaar te Amsterdam .

  • 1987-1988 Vervolg opleiding Hogeschool Nijmegen: Onderzoek voor ergotherapeuten.
  • 1989 -2003  Diverse post-HBO cursussen in relatie tot NAH, NPFS, didactiek, onderzoek en wetenschappelijk rapporteren.
  • 1989 – 2005 Nam ik het Initiatief tot de uitvoering van 3 onderzoeken in samenwerking met het NIVEL, de medische faculteit van de VU en het IRV met als titel : “ Ergotherapie richtlijn voor de behandeling van apraxie na CVA in de linker hemisfeer .”
  • Naast 10 jaar als arbeidstherapeut gewerkt te hebben in de revalidatie heb ik de bibliotheek van de beroepsvereniging NVA beheerd en bovendien was ik bestuurslid in de periode waarin de fusie tussen de arbeidstherapie en de ergotherapie tot stand is gekomen. Vervolgens ben ik 28 jaar verbonden geweest aan de HVA, faculteit Gezondheidszorg.
  • Vanaf 1993 tot 2003 volgden vele presentaties tijdens WFOT congressen over het onderzoeksdesign en over de resultaten. Met als gevolg : een netwerk van ergotherapeuten die internationaal actuele kennis uitwisselen op het gebied van ET behandeling van mensen met NAH .

Op 7 december 2005, tijdens het symposium ter gelegenheid van mijn pensionering, ontving ik tot mijn grote verrassing het predicaat:” erelid van de beroepsvereniging Ergotherapie Nederland”.  40 jaar heb ik (naast de zorg voor mijn gezin) samen met vele anderen, op diverse manieren mij ingezet voor het “na de 2e wereldoorlog ontstane” beroep arbeidstherapie. Als hulpverlener, maar ook in mijn rol als docent, stagebegeleider en als ontwikkelaar en onderzoeker van de ergotherapie richtlijn, lag de kwaliteitsontwikkeling van het beroep mij na aan het hart. Mijn aandeel in de ontwikkeling van het nog steeds “ jonge” beroep, heeft mij zelf veel plezier en kennis opgeleverd. Tijdens mijn praktijkjaren in de gezondheidszorg had ik behoefte aan onderbouwing van het ergotherapeutisch handelen. Tijdens mijn werk als docent/onderzoeker heb ik genoten van het contact met mijn studenten en heeft mijn aandeel aan onderwijs en onderzoek hopelijk de professionalisering van het beroep een stapje verder gebracht . Intussen volg ik de huidige ontwikkelingen nog steeds met grote belangstelling.