Ineke van Keulen-Peters

In 1967 ben ik afgestudeerd aan de opleiding Ergotherapie in Huizen.

Vanaf het prille begin ben ik nauw betrokken geweest bij de fusie tussen de Vereniging van Arbeidstherapeuten en de Vereniging van Ergotherapeuten. Hierna was ik binnen de nieuwe NVAE actief om het beroep Ergotherapie bekendheid te geven. Ik werkte 10 jaar als ergotherapeute in de kinder- en volwassenrevalidatie. Daarnaast startte ik in 1973 met de studie Pedagogiek, en was later als docente verbonden aan de opleiding Ergotherapie in Weesp en Amsterdam. Naast lesgeven was ik actief met leerplanontwikkeling voor de opleiding ergotherapie.

In deze periode werden zowel door het Ministerie van Onderwijs als het Ministerie van Volksgezondheid de paramedische opleidingen aangezet te professionaliseren: de wet BIG was in de maak. In dat kader vroeg het bestuur van de NVE mij voorzitter te worden van de Werkgroep Beroepsomschrijving. De werkgroep startte in januari 1982 met 5 deskundige en bevlogen leden: Stephanie Saenger, Marij van den Wildenberg, Douwe Zijlstra, Dienke Spronk en Madelien Coenraad; ieder vertegenwoordigde een sector waarin ergotherapeuten toen werkzaam waren. In februari 1987 rondde zij haar werkzaamheden af. In deze periode konden we niet terugvallen op enig voorbeeld: ‘alles’ moest uitgevonden worden.

Verbinden, verhelderen en vernieuwen waren leidraad in onze gesprekken. Zo leidde respect voor de verschillen in taalgebruik en werkwijzen in de diverse sektoren van ons beroep tot een bijzonder resultaat: we creëerden een beroepsprofiel, overkoepelend aan alle deelgebieden en 5 daarvan afgeleide beroepsomschrijvingen, -alle inhoud in afstemming met het werkveld.

In het kader van dit proces organiseerden we in 1984 het eerste tweedaagse symposium van de NVE: ‘Ergotherapie: Professie en Profil’, waarin ergotherapeuten verschillende aspecten van het professionaliseren van het beroep bespraken.

Het erelidmaatschap dat mij is aangeboden ervaar ik als een erkenning van de waarde die de ergotherapie hecht aan vernieuwing en creativiteit.