Nilke Duinkerken is ergotherapeut en eigenaar van praktijk Ergodichtbij in Amsterdam. Ze heeft expertise opgedaan in de ouderenzorg in het werken met cliënten met multiproblematiek. Deze kennis past zij nu toe in de eerstelijn. In haar praktijk richt ze zich onder meer op community-based werken. Nilke werkt in Amsterdam Centrum en Noord en gebruikt haar kennis en ervaring  op het gebied van valpreventie en samenwerken  binnen het programma ‘Laat je niet vallen’.

 

Ketenaanpak valpreventie: slim gebruikmaken van de gemeenschap

Valpreventie wordt steeds belangrijker, mede omdat ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Dankzij valpreventie kan (duurdere) zorg worden voorkomen. De gevolgen van vallen kunnen namelijk best heftig zijn. Bijvoorbeeld een breuk of ander (blijvend) letsel. Iemand kan zelfs komen te overlijden na een valincident. Het aantal Nederlanders dat overlijdt na een val is vorig jaar zelfs met 15 procent gestegen. (Bron: Volkskrant, 2-10-2023). Ouderen zijn vaak erg geschrokken na een val. Een veelgehoord misverstand is dat vallen nu eenmaal hoort bij het ouder worden. Niets is minder waar: je kunt juist veel doen om vallen te voorkomen. Dit wordt valpreventie genoemd. Ergotherapeuten spelen een belangrijke rol bij valpreventie. Vallen is een gevolg van het gebrek aan balans in voeding, voldoende beweging en het al dan niet veilig maken van de woning. Daarom is het bij valpreventie belangrijk dat iemand advies en begeleiding krijgt vanuit verschillende disciplines. Zo’n multidisciplinaire aanpak wordt ook wel een ketenaanpak genoemd. Nilke Duinkerken is ergotherapeut en actief binnen de Ketenaanpak Valpreventie in de regio Amsterdam. Om ouderen te bereiken en te verbinden wordt vanuit het programma ‘Laat je niet vallen’ slim gebruik gemaakt van bestaande platformen binnen de gemeenschap, zoals wijkcentra en bibliotheken.

Wereld Ergotherapie Dag: ‘Unity through community’

Op Wereld Ergotherapie Dag (WED) staan we éxtra stil bij deze ketenaanpak rondom Valpreventie. Het thema van WED 2023 is ‘Unity through community’ en laat dát nu net de kracht zijn van het  samenwerkingsprogramma ‘Laat je niet vallen’ – een wijkgerichte aanpak op valpreventie in de regio Amsterdam. We gaan daarover in gesprek met Nilke Duinkerken, ergotherapeut en actief binnen dit programma.

Hoe ben je betrokken geraakt bij het programma ‘Laat je niet vallen’’?

Op de vraag hoe Nilke als ergotherapeut betrokken is geraakt bij het programma geeft zij aan: ‘Tijdens een wijkbijeenkomst waar wij als ergotherapeut eigenlijk altijd bij aanwezig proberen te zijn, werd al snel het eerste lijntje gelegd. Je staat als ergotherapeut namelijk echt ín de wijk en je weet andere disciplines goed te vinden. Daarnaast kennen we de wijkcentra goed. Zo kwam ik al in contact met de programmacoördinator, die voor mij als ergotherapeut een coördinerende rol zag weggelegd binnen het programma.’

Wat is die rol precies?

Nilke: ‘We geven samen met andere disciplines, zoals de fysiotherapeut, een welzijnsmedeweker of een diëtist verschillende vormen van voorlichting. Zo is er de ‘rollator-APK’. Ook hebben we in de bibliotheek voorlichting gegeven over vallen en valpreventie. Dat werkt goed. Door ouderen eerst in een vertrouwde omgeving met vertrouwde gezichten te bereiken, is het makkelijker om hen vervolgens te laten  doorstromen in een beweegtraining als ‘In balans’ of ‘Zicht op evenwicht’, waarmee ze vervolgens heel natuurlijk in de keten worden opgenomen’.

Waarom is het zo belangrijk dat je gebruik maakt van de vertrouwde plekken in de nabije omgeving van de cliënt?

Nilke: ‘ik ben er van overtuigd dat we een groot deel van de doelgroep niet zouden bereiken met ‘kom naar een informatieavond over valpreventie’ of ‘kom naar de In balans training’. Juist voor mensen in bepaalde wijken in Amsterdam is vertrouwen wekken het sleutelwoord. Daarnaast heb je soms te maken met mensen met een andere culturele achtergrond, ook dan is eerst een vertrouwd gezicht nodig. Samen met welzijn en buurtteams is zo het idee van de ‘rollator-APK’ geboren. De doelgroep die daar op afkomt, hadden we anders niet gezien, daar ben ik van overtuigd. Als ergotherapeut zit het in je om verdiepende vragen te stellen. Dat helpt ook bij het opbouwen van vertrouwen. Koppel dit aan de contacten die je al hebt in de wijk en je hebt als ergotherapeut al snel een belangrijke rol bij valpreventie.’

Loop je er wel eens tegen aan dat mensen soms (nog) niet goed weten wat de ergotherapeut precies doet?

Nilke: ‘Tijdens de valpreventieweek begin oktober hebben we veel samengewerkt met de GGD. Je merkt dan dat het belangrijk is dat we blijven vertellen wat we doen. In de regio zijn we nu binnen de eerstelijn beter georganiseerd. Zodoende kunnen we de GGD beter betrekken bij het Amsterdams ergotherapie-overleg. In veel gevallen zijn ergotherapeuten nog van de bedbeugel en de antislipvloer, maar we zijn natuurlijk veel meer dan dat. Dat moet je blijven uitdragen. Je moet daar echt samen in optrekken, het is mooi dat dat in onze regio al goed van de grond komt.’

In veel gevallen zijn ergotherapeuten nog van de bedbeugel en de antislipvloer, maar we zijn natuurlijk veel meer dan dat. Dat moet je blijven uitdragen. Je moet daar echt samen in optrekken, het is mooi dat dat in onze regio al goed van de grond komt.

Wat levert de ketenaanpak in de buurt concreet op voor de cliënt?

Nilke: ‘Omdat we elkaar beter weten te vinden en beter overleggen, weten we wat nodig is voor de cliënt. Als client heb je zo sneller toegang tot de juiste professional en dan ook nog eens in de buurt. Kortom, de Juiste Zorg op de Juiste Plek.’

Over Gezond Actief Ouder Worden:  

‘Samenwerken is opnieuw het sleutelwoord, maar in dit geval mét de client.’

Ook benadrukt Nilke in dat kader Gezond Actief Ouder Worden (GAOW). GAOW is een wijkgericht, gezondheid bevorderend groepsprogramma. Ouderen bespreken in groepsverband wat zij lastig vinden aan het ouder worden en hoe zij daar mee omgaan. De ouderen hebben de regie. Nilke ‘Ik ben daar niet zozeer als ergotherapeut, maar gewoon als Nilke. Ik begeleid de groep samen met een senior groepsbegeleider en stel verdiepende vragen. Het mooie daarvan is dat mensen elkaar echt vinden en (weer) sociale contacten opbouwen en dat heeft ook weer een positief effect op het fysieke gestel. Het is een soort netwerkje die doorgaat wanneer wij stoppen. Ouderen weten vaak heel goed wat zij zelf willen en wat zij belangrijk vinden in plaats van dat het voor hen bedacht wordt. Ergotherapeuten zijn er goed in om de eigen regie van de oudere voorop te stellen. Daarom zou ik er zo graag voor willen pleiten dat in de ketenaanpak de eigen regie van de cliënt centraal staat. Zodat we samen met de client bedenken en bepalen wat zou werken bij valpreventie. Samenwerken is opnieuw het sleutelwoord maar in dit geval mét de cliënt.’